Skip to main content
Azië

Cambodja

Na een goede vlucht met Singapore Airlines, helaas zonder te hebben geslapen, zijn we met een tussenstop van circa vier uur en een vervolg vlucht van 1,5 uur met Silk Air aangekomen in Siem Reap. Dat we geen pasfoto’s voor ons visum bij hebben is gelukkig geen probleem. Er zitten 10 douaniers op een rij, strak in pak.

Vanuit Siem Reap door het misterieuze Cambodja. Tempels, cultuur en de recente geschiednis van de Rode Khmer...

1500 km

19 dagen

 
 

REISVERSLAG CAMBODJA 2011

    

  

13 maart:

Na een goede vlucht met Singapore Airlines, helaas zonder te hebben geslapen, zijn we met een tussenstop van circa vier uur en een vervolg vlucht van 1,5 uur met Silk Air aangekomen in Siem Reap. Dat we geen pasfoto’s voor ons visum bij hebben is gelukkig geen probleem. Er zitten 10 douaniers op een rij, strak in pak. Om de beurt mogen ze allemaal even in ons paspoort neuzen. Alle toeristen staan keurig stil in de rij, onder de indruk van deze vertoning. Dan wordt het al snel lachen als een douanier vraagt of we niet gezelliger dichtbij durven te komen en dat we niet zo braaf in een rij hoeven te blijven staan. Vervolgens roept hij iedereen bij voornaam om het paspoort terug te geven. De echte stempels voor het visum krijgen we een loket verderop waar je dan wel even voor de webcam mag poseren. Verder geen enkele vorm van controle op de bagage of persoon zelf. We worden opgehaald door iemand van de Lotus Lodge, onze bestemming in Siem Reap. Een prima locatie in een zeer rustige straat net buiten de stad. Het slaaptekort breekt ons op en we gaan dus een paar uurtjes plat. Voor het gemak eten we ‘s avonds in het restaurant van het hotel. Prima eten met voorgerecht en drank $21!

14 maart:

Om 8:00 uur vertrekken we met tuktuk chauffeur Samrat naar de tempels. De tuktuk is comfortabeler dan verwacht en je kunt tijdens het rijden heerlijk uitwaaien. Dat is wel nodig want het is snikheet. DSC 0012De entree voor het totale tempelcomplex is $ 20 per persoon per dag. Omdat we nog niet gewend zijn aan de hitte is het ontzettend zwaar om tussen de tempels door te klimmen, maar wel allemaal ontzettend mooi. Wat een zonde dat de rode Khmer vele Boeddha hoofden heeft gestolen om te verhandelen aan onder andere Thailand. De laatste tempel die we bezoeken is Angkor Thom. Een groot complex met vele losse tempels. Voor de mooiste heb ik helaas geen puf meer, maar Harrie is gelukkig nog wel binnen geweest. Ik blijk de mooiste te hebben gemist, maar met een duizelig hoofd steile trappen zonder leuning beklimmen was echt geen optie. Samrat brengt ons terug naar de lodge voor een rust momentje. Twee uur later brengt hij ons weer naar de tempels zodat we Ankor Wat bij zonsondergang kunnen fotograferen. Helaas gaat de zon aan de voorkant onder, achter onze rug, waardoor het gewenste vloed effect uitblijft. En dan in het pikkedonker terug met de tuktuk. Gelukkig is Samrat een prima chauffeur waardoor we weer veilig bij de lodge arriveren.

15 maart:

We hebben opnieuw Samrat als chauffeur. Vandaag bezoeken we de zijdefabriek en ateliers, tevens school voor ambachtelijke werkzaamheden. Kansarme jongeren worden hier opgeleid zodat de ambachtelijke cultuur niet verloren gaat en zij kans maken op een betere toekomst.DSC 0102 We zijn erg onder de indruk van het werk dat wordt verricht. We bezoeken een lokale markt bij een enorme uitgraving waar de Cambodjanen komen om te ontspannen. Kinderen spelen in het water en de ouders liggen in hangmatten. ‘s Middags zet Samrat ons af bij de oude markt. We eten bij Khmer Kitchen waar een mango salade mega pikant blijkt te zijn. We bezoeken de markt waar de locals twee keer per dag hun eten kopen. Zij doen twee keer per dag hun verse inkopen bij gebrek aan een koelkast! Ik koop van mooi houtsnijwerk een Boeddha hoofd voor $ 13 en een tempel afbeelding voor $ 10. Om 15:30 uur pikt Samrat ons weer op en brengt ons terug. ‘s Avonds nemen we de shuttlebus van de lodge naar het centrum en hebben een zeer relaxte avond bij Red Piano. Een prima restaurant met een luxe uitstraling, zeer goed eten en toch dezelfde lage prijzen als elders. Tuktuk chauffeurs houden ons de hele avond in de gaten. Bij vertrek voeren ze strijd (maar zeker niet vijandig) over we ons mag wegbrengen. Deze concurrentie drukt de prijs naar $2.

16 maart:

Om 8:00 uur gaat onze Country Riverside tour van start. We gaan per bus naar het dorp en huis van de gids. Hij blijkt een mooi huis te hebben. We ontmoeten zijn familie. Zijn vader is een soort van medicijn mam en verbouwt samen met zijn vrouw de nodige gewassen waarvan de tabaksplanten de hoogste opbrengst hebben.CAMBO 0407 1 Vrouwen mogen in Cambodja niet roken. Het blad van een andere soort plant wordt door de vrouwen gebruikt als pruimtabak. We ontmoeten ook de vrouw van de gids met hun dochtertje van anderhalf jaar. Ook zijn broer, vrouw en neefjes wonen hier. Die laatste spelen onder het oude houten huisje wat nog dienst doet als keuken. We gaan per ossenkar naar de markt. Vanaf daar met de fiets verder over het platteland naar een tempel waar monniken wonen. We stoppen ook nog bij een woning waar whisky word gestookt. Dit is legaal in Cambodja! We fietsen terug naar het huis van onze gids en krijgen daar onze lunch. Dan per auto naar het Tonlé-Sap meer voor een boottocht naar de floating village. Deze manier van wonen is erg populair voor de armste bevolking omdat zij op het water mogen wonen zonder extra kosten. Ze hebben geen geld om een stukje grond te kopen. We bezoeken in de floating village een schooltje. Het niveau van lesgeven is hier niet erg hoog. Leerlingen die aangeven dat ze erg moe zijn, mogen van de leraar slapen. De gids vertelt ons dat betere leraren kiezen voor een school op het vaste land. De meeste mensen hebben een hond of kat die hun beschermt tegen onder andere slangen. We varen terug en zijn verbaasd over de omgekeerde boot die naast de rivier ligt vol met dode ratten, die liggen te drogen als delicatesse. ‘s Avonds eten we nog een keertje relaxed in Lotus Lodge met daarna een biertje en cocktail.

17 maart:

Om 8:30 uur vertrekken we naar Battambang. We hebben een prima chauffeur maar hij spreekt geen woord Engels. We tanken gas bij een bijzonder “tankstation”. Er staan grote gasflessen van waaruit met hulp van een oude compressor het gas via een even oude slang onze auto ingaat. Veiligheid en regels kennen ze niet in Cambodja. In Battambang hebben we een prachtige hotelkamer in La Villa. Als lunch hebben we hier een overheerlijke pasta en lasagna genuttigd. Omdat het dan begint te regenen gaan we pas laat in de middag Battambang verkennen. De stad is één grote zooi en de restaurants zien er niet veel belovend uit. Het avond leven langs de rivier ziet er wel gezellig uit. Erg lachen om de Cambodjanen in het park te zien aerobiccen. Voor de veiligheid van onze maag en darmen, dineren we in La Villa.

18 maart:

We hebben afgesproken met gids/tuktuk chauffeur Coco. Hij brengt ons naar de bamboe trein. Dat wil zeggen: wielen van oude tanks van de Rode Khmer aan 2 losse assen worden op de treinrails gelegd van een spoorbaan die niet meer in gebruik is. Daarop wordt een bamboe plateau met een motortje bevestigd. Daarop een rieten mat en onze trein is klaar voor vertrek. Op volle kracht kunnen ze maximaal 30 km per uur. Doordat je zo laag aan de grond zit en de wind om je oren suist, lijkt het alsof je veel harder gaat.CAMBO 0225 Zeg maar een achtbaan die aan de grond blijft. Als je een trage voorganger of een tegenligger krijgt met zwaardere bagage dan de jouwe dan moet je je treintje afbreken. Nadat de andere gepasseerd zijn, moet je jouw treintje weer opnieuw opbouwen. Gelukkig wordt dit telkens voor ons gedaan want het is een zware klus. Aangekomen bij een dorpje maken we een wandeling met Coco en bezoeken we een steenfabriek. De klei wordt door kinderen afgesneden en in een machine gegooid. Aan de andere kant komt deze er langwerpig geperst uit. Daar worden ze zorgvuldig door een oudere jongen gestapeld. Een moeilijke klus, want de klei is nog nat. Hij legt ze op een kar, die vervolgens, zodra deze vol is, weer moet worden afgeladen op de plek waar de stenen drie weken te drogen worden gelegd. Daarna worden de stenen gebakken in grote stenen ovens die gestookt worden met het vlies van rijst. Onze terugreis op de bamboe trein gaat iets minder hard en met meer oponthoud. Het was een leuke ervaring die niet lang meer kan worden meegemaakt. Vanuit twee kanten zijn ze de oude rails weer aan het repareren zodat er weer een echte trein op kan rijden. Naar verwachting bereikt deze renovatie binnen vier à vijf maanden Battambang. Erg treurig voor de mensen op het platteland omdat zij zelf een bamboe treintje hebben en dus prima, goedkoop en snel vervoer hebben. Zij zullen straks geen gebruik kunnen maken van de dure trein. Om 10:30 uur vertrekken we naar de hoofdstad Phnom Penh. We hebben wederom een zwijgende, maar helaas dit keer ongeduldige dus niet al te veilige chauffeur. Om 16:00 uur komen we toch veilig in Phnom Penh aan. We verblijven niet al te ver vanaf het Koninklijke paleis in hotel Villa Lanka. Het avond leven en prima restaurants bevinden zich aan de rivier. We volgen het advies van onze gids op en gaan wandelend naar de rivier. Dankzij de enorme verkeerschaos, lijkt oversteken telkens een zelfmoordpoging! Maar volgens de Cambodjanen moet je gewoon door blijven lopen, dan komt alles goed. Ook de warmte zorgt ervoor dat de wandeling behoorlijk inspannend is. We zijn dan ook blij als we aan de rivier zijn en een goed restaurant vinden. Helaas worden we op het terras geconfronteerd met de kinderseks industrie. We zien twee jonge jongens bij een oude toerist aan tafel aanschuiven. Ze krijgen een drankje en vervolgens ook zijn hotel sleutel. Ik film dit en kijk de oude man doordringend aan. Eigenlijk wil ik met de beelden naar een politieagent die op de hoek van de straat staat. Maar deze agent heeft dit natuurlijk ook allemaal zelf gezien en daarom houdt Harrie mij tegen om dit te doen. De politie staat er om bekend dat ze erg corrupt zijn. Voor onze eigen veiligheid, kunnen we hier dus, met pijn in ons hart, niks aan veranderen. Het legt een behoorlijke smet op onze gezellige avond. Terug nemen we een tuktuk die voor twee dollar veel zweetdruppels bespaart!

19 maart:

Om 9:00 uur staat weer een gids en tuktuk klaar om ons de hoofdstad te laten zien. We starten met de pracht en praal van het Koninklijk Paleis. De koning is thuis, want de vlag hangt uit, maar hij nodigt ons niet uit op de koffie. Dan een bezoekje aan het nationaal museum waar ze tegen betaling bloemen laten offeren aan een Boeddha en vervolgens dezelfde bloemen weer verkopen aan de volgende bezoeker. Dan volgt een tour die de harde, gruwelijke daden laat zien die de Rode Khmer heeft verricht.DSC 0283 De Cambodjanen zijn gemarteld op een manier waarvan je denkt dat een mens die niet kan bedenken. Na de gevangenis te hebben bezocht (wat voorheen een universiteit was) en veel foto’s te hebben gezien van de slachtoffers en afbeeldingen van de martelingen, bezoeken we de killing fields. Een plek 18 km buiten Phnom Penh waar vele massagraven zijn gevonden. Nog steeds moeten er verspreid door het land duizenden mensen begraven liggen die nog niet zijn gevonden. Het is een extra enge gewaarwording om de details te horen en zien en bijna ongelofelijk dat deze ellende heeft afgespeeld tussen 1970 en 1978. Dit vergeet je nooit meer en dat is ook de bedoeling van dit museum! Het dient ter nagedachtenis aan de overlevenden en als les voor de volgende generaties. Slechts zeven gevangenen van de Rode Khmer hebben kunnen ontsnappen, waarvan er in 2011 nog drie in leven zijn. Deze zeven mensen hebben de gruweldaden kunnen vastleggen en laten uitbeelden. ‘s Avonds gaat het er iets vrolijker en toe. We vinden wederom een prima restaurant aan de rivier met Cubaanse muziek! We moeten de serveerster nog wel even uitleggen hoe je een échte mojito maakt. Op hun manier zijn ze namelijk niet te drinken doordat ze de munt bladeren meesnijden in de mixer. Het leek wel stamppot. Maar ze zijn bereid om te leren en ik kreeg een heerlijke mojito mét Havanna Club en hele munt bladeren.

20 maart:

Vandaag worden we om 8:30 uur opgehaald door gids Jimmy. Een stoere jongen gast met roodgeverfde, gepermanente haren. Hij is studio zanger. (Zijn vader is een beroemde zanger… als we hem tenminste moeten geloven) Hij kan de kost niet verdienen als zanger maar als zijn kennis als gids niet beter wordt dan vandaag, gaat hij waarschijnlijk ook als gids de kost niet verdienen. We hebben wel een prima chauffeur, die voor Cambodjaanse begrippen, goed Engels spreekt. DSC 0299Na onderweg wat minder indrukwekkende tempels te hebben bezocht, bereiken we om 15:30 uur hotel Santepheap in Kratie. Een plaats aan de Mekong rivier waar we gelukkig maar één nacht slapen. Hier zijn we dicht bij de plek waar we morgen hopelijk de irrawaddy dolfijnen kunnen zien. Jimmy wil dat de chauffeur nog een rondje met ons rijdt rondom het hotel zodat hij ons kan tonen waar we westers, lees veilig, kunnen eten. Als we aan de rivier de zonsondergang hebben gefotografeerd, blijken daarna de eerder getoonde restaurants al allemaal gesloten. Écht handig zo’n gids als je Jimmy. Bij het hotel verwijzen ze ons naar een internet café, waar we toch ook prima kunnen eten en drinken voor $ 11,50. Nu maar hopen dat onze darmen morgen ook nog prima zijn.

21 maart:

Om 8:00 uur worden we opgehaald bij het hotel. De kamer was best OK als tussenstop maar voor sfeerbeleving moet je hier niet zijn. Na ongeveer een half uur rijden, bereiken we de plek van de rivier waar we een boot kunnen nemen om de irrawaddy dolfijnen te bewonderen. We zitten nog maar net in de boot als de eerste dolfijnen zich al tonen. Het zijn net kleine walvissen. Ze zijn breder dan zeedolfijnen en hebben een stompe kop. Ondanks dat er genoeg om ons heen zwemmen, laten ze zich moeilijk vastleggen op foto of film. Ze tuimelen zo snel dat je ze bijna niet kunt volgen. Het is telkens weer een verrassing waar ze boven water komen.DSC 0316 Gelukkig toont onze bestuurder van de boot respect voor de dolfijnen en gebruikt zijn motor niet. Na een uurtje te hebben rondgedobberd tussen deze geweldige dieren zetten we onze reis voort naar Ban-Lung. De weg is pas gedeeltelijk klaar dus het is 4,5 uur hobbelen over zand en gravel. Onderweg zien we veel huisjes die allemaal licht gekleurd zijn met een groen dak. Deze zijn door de staat geschonken aan oud-militairen na jaren trouwe dienst. De schenking van de grond met huisje is een mooi gebaar, maar staan in de middle of nowhere! Voor oude bewoners niet erg handig omdat de voedselvoorziening hier erg schaars is. In Ban-Lung moet onze chauffeur even zoeken naar de Tree Top Eco Lodge. Hij heeft nog niet eerder gasten naar deze accommodatie gebracht. Vanaf de weg ziet de achterkant er behoorlijk armoedig uit. Als we de houten trappen volgen, komen we toch bij een sfeervol bar-restaurant. Onze kamer ligt lager in het bos. Een mooie houten hut met veranda, compleet met hangmat. Als we binnen kijken zien we voor het eerst een kamer zónder airco maar wel mét grote ventilator boven ons bed. We gaan eerst terug naar boven voor een late lunch. Genoeg keuze, dus dat zit wel goed. Later stoeien we in onze hut met de klamboes. Dat lijkt weer eens een mission impossible! Rond de klok van 18.00 uur beginnen we van ons klamboe-loze bed te balen. Bij de lamp stikt het al van het ongedierte en onze witte lakens op het bed lijken een landingsbaan voor een insect ter grootte van een reuzen mier, het lijf van een vlo en de vleugeltjes van een fruitvliegje. We doen onze buiten verlichting aan een binnen alles uit, behalve de ventilator. In afwachting op hoe we hier in godsnaam drie nachten gaan slapen gaan we eerst lekker eten. De temperatuur is boven heerlijk en we genieten nog maar zolang het nog kan. Terug in onze hut lukt het toch nog om de klamboes op te hangen. Gelukkig!! ‘s Nachts om 4:00 uur worden opgeschrikt door een bonkend geluid, gevolgd door een piep (schreeuw) en dan nog meer dan een half uur geritsel en gepeuzel. We blijven hopen dat het zich buiten afspeelt, maar het klinkt alsof het binnen is. ‘s Middags hadden we al iets van een mega hagedis binnen gespot die je echt niet in je bed wilt hebben. Uiteindelijk vallen we toch weer in slaap.

22 maart:

Bij ons ontbijt blijkt alles wat we hebben besteld king size! Erg gênant, want ondanks dat we ons best doen, moeten we toch het één en ander laten staan. Vandaag hebben we een extra gids van deze omgeving. Als eerste bezoeken we een dorpje waar wordt gezocht naar kostbare stenen. Er worden diepe schachten gegraven, die onderling vaak met elkaar in verbinding staan. Je kunt het vergelijken met het werk in de mijnen. Twee werkers klimmen naar beneden, één schept zand los en de ander doet het in de emmer, die een derde persoon vanaf buiten telkens laten zakken en buiten omschudt. De hopen zand worden later met de hand doorzocht naar stenen. Af en toe vinden ze een steentje van erg goede kwaliteit wat voor een stuk prijs wordt verhandeld, maar voor de gemiddelde kwaliteit ontvangen ze $40 à $50 per kilo. Soms zoeken ze maanden naar één kilo! Ze wonen in zeer armoedige huisjes van slechte kwaliteit. Simpel opgebouwd van wat latten en zeiltjes.DSC 0342 Telkens als ze geen stenen meer kunnen vinden, moeten ze weer verhuizen naar een andere plek. Terwijl we de werkzaamheden bekijken, komt een werker uit de schacht omhoog. Nat van het zweet, alsof hij onder een modder douche had gestaan. Ze blijven telkens één uur onder de grond en komen soms op een andere plek boven dan waar ze naar beneden zijn gegaan. Een soort van menselijke mol. Écht mensonterend om te zien. Het is een leuke gozer die er ook nog wel om kan lachen als wij hem vragen of het oké is om hem te fotograferen. Dit levert een bijzonder plaatje op. Ondanks zijn vermoeidheid toont hij ons een geweldig mooie glimlach. Dan bezoeken we verderop een dorp met een bijzonder geloof. Ze planten eerst een bananenboom. Indien deze groeit, is het voor de mensen een gezegende, vruchtbare plek om een dorp te bouwen. Het gemeenschapshuis wordt tegenover de bananenboom gebouwd. Vroeger vertrokken ze weer naar circa zes jaar, maar omdat ze tegenwoordig steeds betere huizen bouwen, blijven ze op dezelfde plek. Als deze mensen trouwen, wordt aan het ouderlijk huis een klein huisje gebouwd voor het jonge stel. Meer een soort van slaaphokje. Zodra ze genoeg hebben gespaard, bouwen ze zelf een huisje. In het dorp zien we ook nog de restanten van een offerritueel. Vorige week is hier iemand gestorven waarvoor ze in een vreugdefeest een buffel hebben geofferd, met de gedachte dat dit weer zorgt voor een nieuw leven. In het dorpje dat volgt, weven de dames nog op traditionele wijze kleding. Ook in dit dorp hebben ze een bijzondere gewoonte. Voor een bevalling wordt een minihuisje gebouwd. De vrouw moet in dit huisje bevallen en dan met haar baby een week in dit huisje blijven. Een bevalling mag absoluut niet in de familiewoning plaatsvinden omdat de baby dan ongeluk zou brengen. ‘s Middags hebben we een paar uurtjes siësta in onze lodge en genieten van een heerlijke lunch. Om 14:00 uur worden we weer opgehaald om watervallen te bezoeken. De eerste waterval bezoeken we per olifant. We lopen eerst een rondje door het bos zodat ze wat kunnen eten. Ik zit met de gids op moeder olifant van 57 jaar. Harrie en Jimmy zitten op de dochter van midden 20. Ze zagen er niet zo goed uit en omdat de olifanten eigendom zijn van het gehele dorp heeft de “bestuurder” totaal geen band met de olifant. We hebben het erg te doen met deze dieren. Zeker omdat we in Thailand hebben gezien hoe mooi de band kan zijn tussen een olifant en zijn baasje. Ik vraag waarom de dochter olifant een groot gat in haar oor heeft. Ons slechte gevoel wordt dan bevestigd. Dit gat hebben ze er in geboord omdat ze de olifanten anders niet konden trainen. Met een touw door haar oor heeft ze leren “gehoorzamen”. Wat een sukkels!! Als we uit de auto stappen om de tweede waterval te bezoeken komt het water met bakken uit de hemel gevallen. We kunnen nog snel terug in de auto. Binnen enkele minuten is het weer droog maar het blijft wel licht onweren. We klimmen/glibberen een stukje naar beneden en kunnen dan via een touwbrug de waterval bewonderen. Een zielig exemplaar, maar het is dan ook, ondanks de bui van zojuist, het droge seizoen. Rood van het stof worden we weer terug gebracht naar onze lodge waar we een douche hebben verdiend. Er volgt nog een tropische bui maar onze hut blijkt gelukkig waterdicht. ‘s Avonds is het heerlijk afgekoeld naar 27° en genieten we van een heerlijke home made pizza.

23 maart:

Vandaag nog een dagje met de (extra) lokale gids. Als eerste bezoeken we nog een dorpje met Highlanders. Dit dorpje lijkt wel nóg armer dan de mensen die we gisteren bezochten. Ze zien er ook minder gezond uit. Jimmy waarschuwt ons dat we beter niets kunnen aanraken in verband met eventuele besmetting. De mensen kijken ook angstig naar onze camera’s, dus we besluiten om hun ochtend niet langer te verstoren. We houden van cultuur ontdekken maar alleen als de bewoners dit zelf ook als prettig ervaren. Dan hebben we een stop bij een open plek grond in de bush. Er zit in het midden een klein heuveltje en de lavasteen toont dat dit vulkaangrond is. Volgens de gids zat dit bos vol met geesten. Er zit een groot gat een stuk verderop in het bos waar zich natuurlijk de meest bizarre verhalen over de ronde doen. Ondanks dat ze er bang voor zijn, gaan onze gidsen toch even naar beneden om het gat te bekijken. Wij zijn niet onder de indruk en gaan niet tussen de insecten naar beneden klimmen om een gat in de grond te zien. Dan rijden we verder naar de rivier om daar met een bootje naar het volgende dorp te gaan. We gaan voorin zitten in de hoop zo mooie foto’s te kunnen maken.DSC 0362 De gids keek al verrast dat wij voorin wilden zitten. Binnen een minuut na vertrek begrijpen we waarom. De combinatie van een laag liggend bootje, hard stroom opwaarts varen en een windje, zorgen voor een voortdurende douche. Geen foto’s dus! Ik gebruik een reddingsvest als spatscherm om onze camera te beschermen. De gidsen zitten relaxed achterin. Als toppunt vraagt de lokale gids of we al weten waar we op de terugweg willen zitten want onze plaatsen zijn niet zo goed hè! Nadat ik hem antwoord dat hij zo iets vooraf hoort te zeggen, dat wij wel weer drogen maar onze camera’s dit niet af kunnen, weet hij zich geen houding meer te geven. De volgende 20 minuten houden ze in elk geval wijs hun mond. Het is een mooi dorpje. Ondanks dat de bewoners dichtbij hun rijstvelden wonen, hebben ze een dorpshuisje én een huisje op de rijstvelden. Wederom een stukje bijgeloof. Als ze niet bij hun rijstvelden wonen, zal de oogst slecht zijn. In het aangrenzende bos bezoeken we de begraafplaats. Het zijn een soort huisjes met houten gedenkbeelden. Tijdens de begrafenis wordt in het dorp een buffel geofferd en daarna nog een buffel bij het graf. Een jaar lang offeren ze eens per maand voedsel. Bijzonder genoeg, kijken ze na een jaar niet meer om naar het graf. Op de terugweg zeg ik natuurlijk dat het partytime is voor de gidsen is. Ze kijken lichtelijk teleurgesteld als ze voor in de boot plaatsnemen maar ze hebben toch mazzel omdat we nu stroom afwaarts varen. We leggen nog even aan bij een Chinees dorp van politieke vluchtelingen. Ze lijken het best goed voor elkaar te hebben. Ze hebben goede huizen en zelfs steun van de Cambodjaanse regering zodat ze op school ook Khmer leren spreken, de Cambodjaanse taal. Vanuit dit dorp moeten we nog een stukje stroomopwaarts zodat de gidsen ook nog even kunnen genieten van een douche. Omdat we nog een behoorlijk ritje terug moeten, lunchen we in dit dorp. Ons avontuur in de provincie Ratanakiri zit er bijna op. We lopen onderweg nog even een stukje een bos in voor een uitzicht op de jungle. Dit uitzicht zal waarschijnlijk steeds minder rijk worden omdat ze hier maar blijven kappen om rubberbomen te kunnen planten. Stom genoeg grijpt de regering niet in, dus er zal straks steeds meer oorspronkelijke natuur verdwijnen.

24 maart:

Vandaag reizen we vanaf Ban-Lung naar Strung Treng. We arriveren rond 13:30 uur bij ons hotel Golden River. Dat goud zal wel staan voor de handel die hier waarschijnlijk wordt gedreven. Alles wijst erop dat dit hotel dient als dekmantel voor een of andere handel. Het is een super luxe pand met lift (de eerste die we hier zien) maar alle sfeer ontbreekt. We hebben geboekt met ontbijt maar krijgen doodleuk te horen dat ze geen restaurant hebben en dus ook geen ontbijt. Sterker nog, je kunt er nog geen blikje drinken kopen. Op de kamer treffen we dan ook een lege minibar aan. We beproeven ons geluk bij het internetcafé dat onze chauffeur ons heeft aangewezen als veiligste plek voor ons westerlingen om te eten. Mijn spaghetti is OK maar Harrie zijn hamburger is nog kanslozer dan de manager, een arrogante dertiger die zich Mister T noemt. Als we ‘s avonds op punt staan om te vertrekken voor ons avondeten valt in de gehele stad de elektriciteit uit. Zijn we even heel erg blij dat we niet in de lift stonden! Omdat het in het donkere Strung Treng moeilijk zoeken is naar een ander restaurant, besluiten we na een korte zoektocht toch nog maar een keertje bij Mister T te gaan eten. We bestellen Khmer eten in een kip en bief variant dat prima smaakt. Nadat ik een keer voor Mister T ben gesprongen omdat hij alleen interesse had in zijn iPod en dus twee oortjes in had en wij toch graag wat te drinken willen bestellen, veranderde hij van stemming en werd zomaar een gezellige prater. Naast het internet café zit een bedden zaak. Van het bed dat voor de winkel buiten staat wordt dankbaar gebruik gemaakt door een dakloze dame. Voor sluitingstijd kleed zij zich om in de winkel en hangt ze haar klamboe op en gaat liggen slapen. Maar als het personeel van Mister T arriveert staat zijn weer op om er gezellig bij te komen zetten. De redelijk luxe variant van een dakloze.

25 maart:

Vandaag staat een tocht over de Sekong rivier op het programma. (Zijtak van de Mekong) Op advies van onze chauffeur bestellen we bij Mister T een lunchpakket. Na een rit van een uur zijn we bij het vertrekpunt van onze boot. Hij is iets ruimer dan die van twee dagen eerder maar we zien er onszelf geen vier uur op zitten. Ze beloven dat we onderweg van boot wisselen. En inderdaad, na 10 minuten varen, wisselen we aan de andere kant van de rivier van boot. Een veel ruimer exemplaar maar helaas ook zonder dak. Gelukkig is het vandaag bewolkt waardoor we er op vertrouwen dat we de dag doorkomen zonder mega te verbranden. Het grote nadeel van deze boot is dat hij veel trager vaart. De boot is eigenlijk te groot voor het droge seizoen. We varen door tot in Laos en leggen even later aan bij een rotsblok in de rivier in de dolphin pool. Maar de rivier is hier ontzettend breed en er leven slechts 14 dolfijnen. Harrie spot er twee op zeer grote afstand en ik geloof het wel. Dan verkassen we naar een drijvende picknick vlonder.DSC 426 Onze Franse pizza van Mister T ziet er lachwekkend uit in zachte, kleffe vorm, maar de smaak is toch goed genoeg. We houden het wel bij één lunchbox, de andere schenken we aan de bestuurder van de boot. Dan varen we terug. Voordat onze tocht van vier uur naar Strung Treng begint, stoppen we nog even zodat ik een sanitaire stop kan maken die ik maar niet zal omschrijven omdat de nood om te plassen eigenlijk verdwijnt als je het plashok binnen loopt. De bootbestuurder en zijn zoon beloven om, op verzoek van Jimmy, zwemvesten te gaan halen. Dit is echter niet het enige waar ze mee terug komen. Zoontje lief (chagrijnig kind van ongeveer 3 jaar) gaat ook mee. Dus drie generaties aan boord. Onze lunch kan hem gelukkig doen stoppen met huilen en later valt hij naast de motor, tussen de benen van opa in slaap. De tocht biedt ons eigenlijk niets wat we nog niet hebben gezien, behalve een eilandje waarop de bomen vol zitten met zwarte vogels. En dan krijgen we in het laatste uur een onverwacht avontuur. We varen met de boot ram vast op de bodem van de rivier. De bestuurder wil niet dat wij uit de boot stappen. Hij, zijn zoon en Jimmy moeten de boot kantelen en ons naar dieper water duwen. Als dit is gelukt, zorgt Jimmy nog voor een Funniest Home videomoment. Als hij terug in de boot springt, glijdt hij uit en botst op zijn kont verder de boot in. Hij moet er gelukkig zelf het hardst om lachen. Een voordeel van het vastlopen van de boot was dat in elk geval de voeten van Jimmy zijn gewassen. Vanaf dat hij zijn schoenen had uitgetrokken was de geur op onze open boot namelijk niet meer zo aangenaam. Rond 16:15 uur arriveren we in Strung Treng. We meren aan vlak bij ons hotel. Dit avontuur hebben we ook weer overleefd.

26 maart:

Vandaag een lange rit terug naar Phnom Peng. We luisteren nog een keer naar de cd van Jimmy waarop twee nummers staan die hij zelf heeft gezongen en één ook zelf heeft geschreven. Dit nummer is best mooi maar bij de cover van please forgive me, zingt hij zó vals dat we moeite hebben onze slappe lacht te bedwingen.CAMBO 0170 1 We beloven hem dat we zijn hits op YouTube zullen bekijken en misschien kunnen gebruiken voor onze film. Dat vindt hij helemaal geweldig! Het laatste stukje van de rit begin ik me steeds slechter te voelen. In Phnom Peng is het erg druk. Dus veel stilstaan en optrekken. Ik ben blij als we bij het hotel zijn. We nemen afscheid van Jimmy en hij zegt nog dat hij met ons een leuke tijd heeft gehad en het voelde alsof we familie zijn. Eenmaal op onze kamer slaat het noodlot weer eens toe. Ik ben dood ziek. Kan met geen mogelijkheid iets van medicatie innemen omdat alles er weer net zo snel uitkomt. Als ik na vier uur ellende besef dat ik in Madagaskar ooit herstelde met een mueslireepje, bedenk ik dat ik nu ook eerst moet proberen om iets droogs te eten. Ik peuzel een wafelkoekje op en dat lijkt mijn maag te accepteren. Dan volgt een nacht van kleine slokjes thee nemen, medicatie en kleine hapjes wafelkoek. Slapen lukt helaas niet meer.

27 maart:

‘s Morgens houd ik het bij een klein wit broodje met wat suiker. Op hoop van zegen stappen we in de taxi naar Sihanouk Ville. Een rit van 3,5 uur. Wat zijn we blij dat dit is gelukt. Onze eind locatie is geweldig en wat nu heel belangrijk is, veilig schoon! Hier kan ik zeker verder herstellen. Le Papillon D’Or is nu een jaar geopend en wordt gerund door Andries en Lien uit België.le papillon d or Zij hebben de villa prachtig gerenoveerd en erg sfeervol ingericht. Omdat ik wil bijkomen van de autorit gaan we lekker in het buiten restaurant zitten aan het zwembad. De kamer geloven we wel, eerst even genieten in de buitenlucht. De lunch is direct ontzettend goed dus we zijn heel blij met onze keuze van de eindbestemming. Zoals verwacht is de kamer ook prima. ‘s Avonds zijn we nogmaals verbaasd over de super kwaliteit van het eten. Harrie wil zelfs de kok mee naar huis nemen. Later blijkt dat hij dan Lien mee moet nemen. Zij runt zelf de keuken met twee kokkies. Maar ze durft ze niet alleen hun werk te laten doen. Al leg je ze 10 keer iets uit en doen ze het goed als je erbij blijft, zodra ze het alleen moeten doen gaat het toch op hun manier. We krijgen ook nog een heerlijk voorgerecht van het huis. Een heerlijk soepje, toast met tapenade en cheddar en een glaasje eiersalade. Zo’n heerlijk voorafje geven ze altijd. De volgende dag krijgen we dan ook weer een andere variant. Het enige nadeel is dat Victorie Beach weinig te bieden heeft. Maar Andries heeft afspraken met vaste tuktuk chauffeurs om zijn klanten naar de andere stranden te rijden. Wij vertoeven drie dagen op Ochheutral Beach bij een strandtent met gezellige mensen en een goede service en ook goed eten. (Khin’s Shack) Het is hier nu prima vertoeven omdat het hoofdseizoen al is afgelopen. De serveerster zegt nog dat het voor ons nu heerlijk is want dat we in het hoogseizoen geen vakantie gevoel zouden hebben omdat het dan vol ligt met westerlingen. Van alles wat ze ons proberen te verkopen, maak ik alleen gebruik van de massage die echt geweldig is. En dat voor zes dollar per uur. De eerste dag blijven ze bij Harrie zeuren of ze zijn teennagels mogen knippen want die vinden ze veel te lang. Hij moet ook maar een zonnebril of een sjaal of cap kopen omdat hij zich niet tegen de zon beschermt. Dit terwijl we toch écht onder een prima parasol zitten. De tweede dag (nadat Harrie zelf zijn nagels heeft geknipt) laten ze ons al een stuk beter met rust.
We gaan hier heerlijk nagenieten van deze mooie reis!